Sinds kort heb ik een nieuwe hobby: het inrichten van de spraakcomputer van Simon.
Naïef als ik ben, dacht ik dat dat zou worden gedaan door meneren die dat voor hun dagelijks werk doen.
Maar ik moest zelf aan de slag.
Eerst gingen ze het me leren.
Het begon hoopvol, met een afspraak van 2,5 uur met een meneer die de spraakcomputer kwam leveren en uitleggen.
Hij startte meteen al fout door te vragen of ik een computernerd was.
Allesbehalve.
Ik startte ook meteen al fout, want ik was mijn laptop vergeten mee te nemen.
Tja.
Daarna ging het snel bergafwaarts, want moeder was haar laptop vergeten, verklikte hij fijntjes aan de logopedist en de ergotherapeut die kwamen kijken.
Gelukkig bleek ik niet de enige te zijn die dat overkwam, want hij had voor dat soort gevallen zijn eigen laptop mee, vertelde hij. Toen waren we al geen vrienden meer.
In de herkansing ging het een tijdje goed. De meneer legde uit hoe je een vocabulaire kon maken, welke plaatjes en geluiden je kon gebruiken, hoe je moest inspreken en hoe je alles moest opslaan. Ook liet hij een soort bijbel zien die ik mee kreeg voor als ik niet meer wist hoe het moest.
Ik knikte braaf op de goede momenten.
En toen mocht ik het zelf proberen, want de meneer dacht dat ik dat wel zou kunnen.
Uiteraard maakte ik meteen een fout. Een klassieke, gniffelde hij.
Na anderhalf uur stapte hij vrij plotseling op. Ik denk dat hij er genoeg van had. Hij had allang gezien dat het toch niks met me werd. Ik keek waarschijnlijk te vaak wat te dom naar hem of naar het scherm.
De spraakcomputer was toen nog helemaal leeg. Op twee plaatjes na dan, een appel waar de meneer een gezichtje op had getekend en een plaatje van een kat, waarbij de meneer ‘ dit is ons nieuw katje’ ingesproken had.
Het was toch een beetje een desillusie om zo thuis te komen. Gelukkig vond Simon de twee plaatjes wel leuk.
Ik heb nog wel een beetje wraak genomen. Per ongeluk.
Toen de meneer een plaatje liet zien met daarop een feestelijk muziekje en een krabsalade, moest ik lachen. Heel hard.
Maar het was geen uitlachen, echt niet. Het was gewoon grappig.
Ik kreeg zijn telefoonnummer, voor noodgevallen.
Ik denk voor als ik bijvoorbeeld niet meer weet waar ik het plaatje van de krabsalade moet vinden. Of het bijpassende muziekje.
En ik maar wachten totdat er automatisch een nieuwe “Simon” voorbij zou komen.
Tja, totdat ik begreep, dat je er wel een beetje moeite voor moet doen, sufkip.
En wat heb ik er weer van genoten !
Soms moest Ik echt lachen om de hilarische benadering van de situatie.
Zo knap, dank je wel.
Ellen.