Het is eindelijk zover, hij is naar school gegaan.
Al een paar maanden hadden we hem het tijdpad uitgelegd. Eerst nog naar de peutergroep, dan vakantie, dan jarig en dan naar de nieuwe school. Hij hield zich keurig aan het tijdschema en was bereid af te wachten zonder stress.
Op de nieuwe school ging hij spelen met de auto’s vertelde hij ons regelmatig.
Omdat hij veel moet meenemen naar zijn school, hadden we hem een trolley voor zijn verjaardag gegeven.
De trolley vond hij erg mooi, maar het was wel de bedoeling dat ik die voor hem zou meenemen van de auto naar de klas. Omdat ik zo bleef aandringen was hij bereid kleine delen van het traject een handje toe te steken, maar het liefst was hij met hoge snelheid op de groep afgestevend. Stomme trage trolley.
Opgeruimd kwam hij de klas binnen, het grote spelen kon gaan aanvangen.
Helaas moest hij nog even zijn tas uitruimen, maar daarna mocht hij eindelijk. Dat hij niet met de auto’s kon, maar in de poppenhoek moest spelen, even een plasje moest doen en daarna in de kring moest zitten hinderde hem ook niet.
Hij was er eindelijk.
Die auto’s stonden symbool voor de nieuwe school begreep ik ten langen leste.
Toen hij thuis kwam vroeg ik hoe het was geweest. Met beide duimen in de lucht zei hij: toe!
De juf beaamde het per mail.
En oja, hij had ook met de auto’s gespeeld.
Toch nog.