Categoriearchief: Vanaf 4 jaar

Busje deel 1

Al een tijdje rijdt het busje waar Simon straks mee naar school toe gaat in mijn hoofd rond.
Hij toetert op de meest onfortuinlijke momenten, bij voorkeur ’s ochtends om een uur of 5, als ik tijd genoeg heb om te piekeren. Over dat busje. En over mijn kleine Simon die over een paar dagen met dat busje mee zal moeten.

De buschauffeur is best aardig. Hij heeft een nette brief geschreven met daarin al zijn gegevens en belde bij ons aan om kennis te maken. Als hij ons op Simons school ziet zegt hij vriendelijk gedag.
Uit ervaring weet ik dat we het slechter kunnen treffen.
En ik weet dat het echt veel handiger is om hem met de bus naar school te laten gaan.

Maar ik zie er als een berg tegen op. Gewoon omdat hij nog zo klein is. En omdat het niet natuurlijk voelt om hem niet naar school te kunnen brengen.
Het is helaas niet anders.

Ik heb mezelf nog een escape gegeven. Als het busje heel vroeg komt doen we het niet.
Nu maar hopen.
En anders wennen.
Plus de eerste keer dat het busje hem komt halen al heel laf op mijn werk zijn.

wordt vervolgd….

Naar school

Het is eindelijk zover, hij is naar school gegaan.

Al een paar maanden hadden we hem het tijdpad uitgelegd. Eerst nog naar de peutergroep, dan vakantie, dan jarig en dan naar de nieuwe school. Hij hield zich keurig aan het tijdschema en was bereid af te wachten zonder stress.
Op de nieuwe school ging hij spelen met de auto’s vertelde hij ons regelmatig.

Omdat hij veel moet meenemen naar zijn school, hadden we hem een trolley voor zijn verjaardag gegeven.
De trolley vond hij erg mooi, maar het was wel de bedoeling dat ik die voor hem zou meenemen van de auto naar de klas. Omdat ik zo bleef aandringen was hij bereid kleine delen van het traject een handje toe te steken, maar het liefst was hij met hoge snelheid op de groep afgestevend. Stomme trage trolley.

Opgeruimd kwam hij de klas binnen, het grote spelen kon gaan aanvangen.

Helaas moest hij nog even zijn tas uitruimen, maar daarna mocht hij eindelijk. Dat hij niet met de auto’s kon, maar in de poppenhoek moest spelen, even een plasje moest doen en daarna in de kring moest zitten hinderde hem ook niet.
Hij was er eindelijk.

Die auto’s stonden symbool voor de nieuwe school begreep ik ten langen leste.

Toen hij thuis kwam vroeg ik hoe het was geweest. Met beide duimen in de lucht zei hij: toe!
De juf beaamde het per mail.

En oja, hij had ook met de auto’s gespeeld.
Toch nog.