Toos

Aan het onderzoek in Rotterdam zijn artsen verbonden en een verpleegkundige. Hij ziet ze in duo. Simon is al aan zijn derde arts toe, ze werken een tijdje, promoveren en gaan weer verder. De verpleegkundige is niet gewisseld, al is er sinds enige tijd een tweede verbonden aan het onderzoek. Het zijn duo’s die belangrijk zijn in het leven van Simon.

De wisselingen zijn daarom niet onopgemerkt aan Simon voorbij gegaan. Lange tijd bleef hij vragen waar zijn oude dokter toch was en met wie ze nu werkte. Hij vond het prima dat ze ergens anders werkte, en ook dat ik niet precies wist waar dat was, maar dan moest ze in ieder geval toch net zo’n goede sidekick hebben als ze in Rotterdam had.

Ik wist dat niet en bovendien gaat het me geen drol aan, dus bleef ik vaak herhalen dat ik het niet wist en dat het ook niet nodig was om te weten. Maar in de ogen van Simon had de dokter een zuster nodig die graag met haar werkte. Hij hield er in ieder geval niet over op.

Ik wilde echt eerlijk blijven, maar in een moment van zwakte, omdat ik er zo graag vanaf wilde, omdat ik hoofdpijn had, omdat hij moest slapen, omdat zijn zus met me naar de stad wilde en om nog 1000 redenen heb ik Toos in het leven geroepen. Zijn ogen lichtten op, zijn hartje bonkte en hij werd geestdriftig. Eindelijk had de dokter een maatje, zoals het hoorde.

Ondertussen zag ik Toos in het ziekenhuis rondscharrelen, een struise dame, eind vijftig, met een blond kapsel dat zij elke maand liet bij werken, een leesbril, een klokje dat je nog moest opwinden, en een ouderwetse status die zij in een fijn en puntig handschrift bijhield.

Hij bedacht zelf hoe fijn zijn oude dokter met Toos kon samenwerken en wat ze allemaal moest doen. Ik had er spijt van en voelde me dommig. Waarom had ik in godsnaam een fictieve persoon bedacht?

Daarna bleef Simon er een tijd stil over en vergat ik Toos weer. Tot gisteren. Midden op straat vroeg hij naar Toos. Of ze nog steeds samen met zijn oude dokter werkte en of ze dan samen naar Rotterdam kwamen als het daar druk was met alle Prader-Willi kindjes.

En wat denkt u dat ik heb gezegd? Het regende pijpenstelen, ik wilde naar binnen, Simon was moe en gestresst en er waren weer 1000 andere redenen te bedenken. Ik ben dus nog een keer de fout ingegaan.

Nu kom ik waarschijnlijk nooit meer van dat mens af. Godzijdank heeft Toos nergens last van.

9 reacties op “Toos

  1. Waarom geef je niet meer bekendheid aan je blogs? Je schrijft zo mooi en makkelijk.
    Ik geloof dat velen herkenbare momenten herkennen of steun hebben aan je domme ‘fouten’.
    Mariëlle, ik heb bewondering voor je schrijfstijl en daarom verdient het m.i. meer aandacht!
    Kus. Anneke

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *